Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar hij verliet den raad der oudsten, dien zij hem geraden hadden; en hij hield raad met de [15]jongelingen, die met hem [16]opgewassen waren, [17]die voor zijn aangezicht stonden. 15. Zie van het Hebreeuwse woord Gen.44:20. 16. Of, opgevoed waren. 17. Dat is, die in zijn dienst waren, gelijk boven, vs.6.